de lijster op de tafelis niet doodhij doet alleen alsof hij is heel stilgaan liggenom zich te laten strelendoor de penselenvan het allerfijnst gevoel heel zacht klinkt nu zijn zanghet is alleen te horenvoor wie gelooftdat het lied nooit zwijgen zal de lijster houdt zijn adem invan spanning en verwonderinghij wordt als eeuwig liedherschapen * bij een schilderij van Henk Helmantel
-
-
Verlangen
woordenworden als stenendoor de venstersvan mijn hart gesmeten er wordt zoveel gebrokenwat onkwetsbaar leekmaar als fragiel kristalzich openbaarde tussen de schervenvan wat wij aan elkander doenzoek ik een taaldie ons weer kan verzoenen ik hunker naar een monddie woorden spreektalsof het kussen waren slechts woorden van genadekunnende wonden van de werelddichten
-
Stilte
De stilte ving mij opin open armen vol begrip;wij waren tezamenin hechte vriendschapverbonden, waarniemand tussen komen kon;wij begrepen elkaaren ik sprak woordendie ik tot geen mensnog ooit gesproken had;ik vertelde over mijn levenover verdriet en over pijnen over het verlangeneen ongeschonden mens te zijn;ik deelde al mijn angsten twijfelen zij luisterde naar mijzoals nog nooit een mensnaar mij geluisterd had;het was alsof de stiltede eenzaamheid verdreefen vriendschap booddie ik nog nooit gevonden hadmaar die voor altijdin mij bleef. En ik dacht bij mijzelf:wat ik zo lang al heb gezochtheeft naam noch woorden nodig;het is mij in de stilte overkomen.
-
Emanuel
Op 5 augustus 2010 kwamen 33 Chileense mijnwerkers op een diepte van 700 meter vast te zitten in de mijn San José, in de woestijn van Atacama, het Noorden van Chili. Ze waren ten dode opgeschreven. Niemand hield het voor mogelijk dat zij gered zouden worden. Maar toch konden ze alle 33 na 69 dagen gevangenschap onder de grond veilig naar boven worden gehaald. Dat gebeurde met behulp van een capsule die op en neer ging via een speciaal geboorde schacht. Op de plek waar dit alles plaatsvond, speelden zich emotionele taferelen af. De wereldpers en vooral de Chileense kranten berichtten er uitvoerig over. De redding van deze groep mannen…
-
Kwetsbaar gebied
‘kwetsbaar gebied’, zegt het bordaan de grens van kwelderswaar vogels gaan en komenmet gezang, gefluit, gesnaterwaar grassen en plantendampen en kleurenrotten en groeien ‘niet betreden’, zegt het bord,omdat wat kwetsbaar isde mensen slecht verdraagtdie onbeschaamd hun voeten zettenen luidkeels overlopenwat slechts bescheidenheel even hier wil zijn alsof ik aan mijn eigen randen stade grens van mijn vermogenom te verdragen wat gebeurtin deze kwelderdie wij wereld noemenhet ongewisse slibdat leven heet een zandbank met slechtshier en daar wat helmgrasen zand dat op een hoop gewaaidhier even liggen magmaar straks weer met de wind meegaat wat is de aarde,wat is het leven meer dan dat?
-
Fernando Botero
Geen kunstenaar tekendemet penseel en verf zo scherpen tegelijk met zoveel gratiede menselijke arrogantie. Kijk de ronde, bolle kopvan vechtjas, generaal en bisschophun lijf en geest zijn opgeblazenzo is de domheid van de dwazen. ‘Ik schilder geen dikke mensen’,zei over eigen werk de kunstenaar;hij tekent de mens zoals hij iseen ongeneeslijke narcist. Nooit werd onze hoogmoedzo potsierlijk blootgelegdnooit de trotse menszo zijn dwaasheid aangezegd.
-
Gebaren
de heilige handelingenvan het geloofzijn in gebaren een gedichtdat de orde die wij levenopnieuw belicht voorbij de grensvan denken en van sprekenis er voor de mensniets dan een vermoedenom mee te leven de hoop verwoorden breekt haar stukspreken is je vergrijpenaan een geheim dat wel bezwijken moetonder de druk van mensendie niet kunnen wachten hoop en verwachting zijn van een ordedie slechts met ingehouden gebarenlichtjes beroerd kan wordenovermoed is fataalvoor wat onzichtbaar en onkenbaar is kan het waar zijndat wat gebroken werden wat in pijn is weggevloeidaan vreugde en aan levenhersteld zal worden? onzegbaar verlangenwordt vederlicht geborenin oude, heilige gebarenvoor wie het ritmeen het rijm verstaat
-
Een fatsoenlijk man
Hij was een fatsoenlijk manaltijd bescheiden op de achtergrondgeen mens van luid kabaalgeen driften en emoties tot last van andereneenvoudig opgevoed met geloof en met moraalhij wist waar hij voor stond. Eén keer ging het misen boog hij voor het geldopgebrand na jaren van stuiversen krenkende zuinigheid. Gepijnigd door berouwwas hij juist in zijn valbaken van morele trouwmetgezel tot in het diepste dal. Mijn vader
-
Wandelingen
mist over het landwij wandelen in stilteworden gedragen ———- wandelen in de herfstalles is regen en windsteeds is er een weg. ———- bos in gouden gloedik voel me als ooit Mozeslichtval vol genade ———– dagen wandelenvriendschap is mijn metgezelin de wolken lopen
-
‘Ik ben het niet’
Waar is de mens die zegt:de wereld kennen lukt me niet,alles blijft mij ontglippen,nooit zal ik de mens begrijpendoorgronden wat het leven is. Was Johannes de enige die zei:‘ik ben het niet?redding moet je van mijniet verwachtenik ben de verlosser niet!’ Zal ooit een bekentenis van onvermogenbrevet van menselijkheid kunnen zijn?niet weten en niet kennenteken dat een mens pas écht begrijpt?