Overdenkingen

Het leed van de leer

In het Brabantse dorpje Vinkel staat op het kerkhof een bijzonder gedenkteken. Het herdenkt de kinderen die vroeger dood werden geboren of zo jong stierven dat er geen gelegenheid was om hen te dopen. Die kinderen mochten niet gewoon worden begraven. Hen werd een plek toebedeeld buiten de officiële begraafplaats. Het monument in Vinkel herdenkt hen en het leed van hun ouders.

Een vrouw uit het dorp vertelt haar herinneringen. Haar ouders kregen in de jaren vijftig een kind, dat vrijwel meteen stierf. Zij zelf was toen een klein meisje, maar ze herinnert zich de gebeurtenis. Haar ouders moesten zelf het dode kindje naar een plek buiten de begraafplaats brengen.

Naast het verdriet om de dood van een kind, kregen ouders op die manier nog een extra dosis lijden toebedeeld. De leer van de kerk over de doop werd tussen god en de mens ingeschoven. De mens komt slechts bij god, als hij beantwoordt aan de regels van de kerk. De leer ging voor alles. Het welzijn van de mensen kwam pas heel ver daarna.

Op het monument staat een tekst, geschreven door deze vrouw:

‘Voor sommige heb je nooit bestaan
voor mij draag je wel een naam
ergens begraven maar nooit vergeten
vanaf nu mag iedereen het weten
deze plek is nu voor jou
omdat ik zoveel van je hou.’

Deze kerkelijke praktijk bestaat niet meer. Maar als je bij zo’n gedenksteen staat, besef je weer eens hoeveel leed de kerken hebben veroorzaakt met hun leerstellingen. Het ging niet om liefde en zorg voor de mensen. Het ging om macht. Alle kerken hebben zich daar schuldig aan gemaakt.

In haar roman, De heiligwording van Berthe Ploos, vertelt de schrijfster Hannes Meinkema over de zoektocht van een jonge vrouw, Berthe Ploos, naar een leven in verbondenheid met god. Berthe zoekt een geloof dat haar helpt los te komen van een pijnlijk verleden. Een geloof dat haar helpt zichzelf te aanvaarden zoals zij is. Een geloof zonder dogma’s, zonder onverbiddelijke waarheden, zonder de macht van een kerk:

‘Een geloof zonder dominees of priesters of heilige boeken, omdat niemand méér van God weet dan een ander. Geen dogma’s, om diezelfde reden. Geen erfzonde, geen doop, geen beloning of straf. Geen goddelijke Zoon, geen heiligverklaring van de Bijbel.’

Vandaag zijn alle kerken veel kleiner dan vroeger en hebben ze veel minder macht over de mensen dan ze ooit hadden. De grote winst daarvan is dat mensen vandaag zich vrijer kunnen voelen om zelf te bepalen wat ze willen geloven.

 (Hannes Meinkema, De heiligwording van Berthe Ploos. Uitgeverij Contact, Amsterdam/ Antwerpen 2007)