Gedichten

Fernando Botero

Geen kunstenaar tekende
met penseel en verf zo scherp
en tegelijk met zoveel gratie
de menselijke arrogantie.

Kijk de ronde, bolle kop
van vechtjas, generaal en bisschop
hun lijf en geest zijn opgeblazen
zo is de domheid van de dwazen.

‘Ik schilder geen dikke mensen’,
zei over eigen werk de kunstenaar;
hij tekent de mens zoals hij is
een ongeneeslijke narcist.

Nooit werd onze hoogmoed
zo potsierlijk blootgelegd
nooit de trotse mens
zo zijn dwaasheid aangezegd.