Overdenkingen

Jesus de wi Helpiman

Brian was 24 jaar oud. Hij stond aan het begin van het leven en had samen met zijn vriendin grote plannen voor de toekomst. Opeens op een vrijdagavond was hij dood. Zomaar, zonder enige vooraankondiging. Zijn vriendin, zijn ouders, zijn vrienden, waren verbijsterd en verslagen.

De kerk was bomvol tijdens de afscheidsdienst. Voorop de liturgie stond een prachtige foto van Brian, zoals we hem kenden: een en al levenslust en plezier. Altijd in voor een grap of een plagerij. Altijd klaar om een partijtje voetbal te spelen of een feestje te maken.

De Surinaamse band zorgde voor de muziek tijdens de dienst. Een reusachtige tuba, een trompet, een saxofoon en een trommel. Prachtige muziek die ons allen ontroerde. En we zongen liederen zowel in het Nederlands als in het Sranan Tongo (Surinaams):

Joe no sabi Gado habi, lobi vo wi potiman.
Meki hati bribi dati, Jesus de wi Helpiman.

Groot is de liefde van God voor de mens,
Sluit Hem goed in je hart, Jezus is onze helper.

Brian zat vol idealen. Hij wilde de wereld ontdekken en verbeteren. Met zijn vriendin had hij al veel gereisd door Zuid-Amerika, maar er lagen nog hele continenten te wachten. Hij had de vaste overtuiging dat het allemaal veel beter kon in de wereld.

“Wacht maar,” riep hij dan, “ik word een nieuwe Kofi Annan.” Het was half grap, half ernst. Hij geloofde in een betere wereld en hij geloofde dat hij zelf zijn steentje daaraan kon bijdragen. Je kunt toch niet leven zonder geloof, zonder idealen en zonder hoop?

We luisterden in de dienst naar een lied van de Argentijnse zangeres Mercedes Sosa:

wat zou het zijn,
als ik niet geloofde in de hoop,
als ik niet geloofde in wat ik geloof.

Op de begraafplaats vormde zich een eindeloze stoet mensen. Eerst de muzikanten, dan de baar, daarachter de familie en vervolgens de vrienden. Acht sterke jonge mannen, neven van de gestorvene, droegen de baar. Ze waren in het wit gekleed. Al dansend op de muziek droegen ze de kist met het lichaam van Brian. Voor hen uit liep een oudere man die zwaaiend met zijn wandelstok het ritme aangaf. Er werd gezongen: “Jesus de wi Helpiman”. De mensen bewogen mee met de improvisaties van de saxofoon. De kist deinde heen en weer, op en neer, terwijl wij achter de muzikanten aangingen.

Ik heb nog steeds het beeld voor me, van die oude man die met zijn wandelstok in de lucht het ritme aangeeft, en die jongens met hun zwarte dreadlocks en hun witte kleding die met de baar op hun schouders dansend over het kerkhof gaan. Ik hoor het lied: “Jesus de wi Helpiman”. En ik weet het: de geest van leven zweeft boven deze aarde, hij is sterker dan de dood.